Een rem op de volkswil
Eind 2020 verscheen het boek ‘Over de grondwet gesproken’. Het is
samengesteld door Karin van Leeuwen en Marijke van Faassen en bestrijkt
de debatten van de grondwetscommissies over mogelijke
grondwetswijzigingen van 1880-1980. Veel van deze debatten zijn nog
steeds relevant in het huidige tijdsgewricht. Kors Visscher legde in een
aantal blogposts fragmenten uit deze vergaderingen voor aan Carla van
Baalen, Pieter Derks, Ruud Koole, Ariejan Korteweg en Johan Remkes. Deze
vijf vooraanstaande politiek commentators reflecteerden op de
fragmenten, de grondwet en de huidige politiek in het algemeen. Andere
blogposts zijn geschreven door Karin van Leeuwen en Marijke van Faassen.
Deze week: Een revolutionaire blik op een restauratie-instituut
In 1815, als gevolg van de Franse Revolutie en de
Napoleontische veroveringen, werden Nederland en België samengevoegd tot het
Verenigd Koninkrijk der Nederlanden. Voor deze kersverse constitutionele
monarchie moest de Grondwet uit 1814 herschreven worden. Hierin moesten
Belgische en Nederlandse belangen in balans zijn en moesten revolutionaire
noties als democratie, een grondwet en volkssoevereiniteit verenigd worden met
(de restauratie van) instituten als een koningshuis, adel en verregaand beperkt
kiesrecht. De Eerste Kamer was één van de compromissen. Zij is op verzoek van
de Belgische adel ingevoerd, om de status quo te beschermen tegen al te
radicale wetsvoorstellen vanuit de verkozen Tweede Kamer.
De geschiedenis van de Eerste Kamer is ook een geschiedenis
van voorstellen om haar af te schaffen. Pieter Jelles Troelstra bracht zijn
kritiek erg bondig in de grondwetscommissievergadering van 10 januari 1911:
“Wat
betreft de Eerste Kamer, meent spreker, dat afschaffing noodig is als
uitvloeisel van eene democratische staatkunde. Wie tegen democratie is, moet
voorstander zijn van de Eerste Kamer, en omgekeerd.”
Troelstra was dus van mening dat de Eerste Kamer
antidemocratisch is. Gezien de oorsprong van dit opvallende instituut, lijkt
Troelstra gelijk te hebben en is het niet gek om te concluderen dat de Kamer
beter aangepast of afgeschaft kan worden. Dit is een van de zaken waar de
Staatscommissie Parlementair Stelsel op dit moment naar kijkt. Laten we
Troelstra volgen in zijn stelling dat de Eerste Kamer antidemocratisch is. Zou Troelstra’s
stelling niet juist een argument ‘voor’ de Kamer zou kunnen zijn?
Bolwerk voor de Kroon
Om te zien waarom een instituut dat de excessen van de
democratie moet intomen is opgenomen in onze staatsinrichting, moeten we terug
naar de Franse Revolutie. Toen vond een van de eerste grootschalige moderne experiment
met democratie plaats, met slechts één Kamer van gekozen vertegenwoordigers.
Dit experiment mondde uit in een periode die ‘de Terreur’ wordt genoemd, waarin
radicale democraten onder leiding van Robespierre tienduizend mensen
onthoofden. Een argument voor de instelling van de Eerste Kamer luidde dan ook
dat een senaat (dat niet of niet direct verkozen was) de ergste impulsen van
het volk kon tegenhouden. Zo is ook de Eerste Kamer ingesteld. Het was een
“Bolwerk voor de Kroon”, stelt Carla van Baalen, en een bescherming “tegen de
waan van de dag”. Ook Ruud Koole stelt dat de leden van de Eerste Kamer zorgden
voor een conservatief tegengeluid ten opzichte van de Tweede Kamer.
Kamer van Reflectie
Wat de Eerste Kamer toevoegt aan het politieke systeem is
het vermogen om nog eens rustig naar een wet te kijken. Vandaar dat de Eerste
Kamer ook wel de Chambre de Réflexion genoemd werd. Hoewel de leden van
de Eerste Kamer dichter bij de samenleving staan dan hun collega’s in de Tweede
Kamer, wordt er doorgaans minder aandacht aan hen besteed door de media of het
volk. Dit biedt de mogelijkheid om een wet, die onder maatschappelijke druk is
ingevoerd, rustig nog eens te controleren op de doelmatigheid, efficiëntie,
rechtmatigheid en rechtvaardigheid, zo vat Koole de zelflegitimering van de
Eerste Kamer samen. Vanuit dit perspectief zouden we Troelstra’s stelling, dat
de Eerste Kamer antidemocratisch is, positief kunnen lezen: de Eerste Kamer
biedt bescherming tegen de waan van de dag, zoals mediahypes en kortetermijnbelangen.
Haagse spelletjes
Een veelgehoorde opvatting over de Eerste Kamer is dat zij
minder politiek is dan de Tweede Kamer. Omdat haar leden niet gehinderd zijn
door de ‘Haagse spelletjes’ en partijpolitieke afwegingen, zou de Kamer extra
goed kunnen reflecteren op wetten. Van Baalen en Koole zijn het erover eens dat
deze voorstelling van zaken een te rooskleurig beeld van de werkelijkheid
geeft. Halbe Zijlstra’s recente pleidooi – als fractievoorzitter van een
regeringscoalitie die geen Eerste Kamermeerderheid bezat – om deze Kamer
vanwege haar ‘te politieke karakter’ af te schaffen, onderschrijven ze echter
niet. Volgens Van Baalen zijn besluiten over wetten altijd politiek, omdat de
invulling van een wet altijd afhankelijk is van ideologische afweging die de
wetgever maakt; er is niet één goed antwoord.
Kunnen we zonder Eerste Kamer…
De Eerste Kamer bestaat ondanks alle kritiek al meer dan
tweehonderd jaar en de meeste alternatieven zijn al overwogen en voorgesteld. De
Staatscommissie Parlementair Stelsel overweegt op dit moment alternatieve
vormen voor de Eerste Kamer zoals een Constitutioneel Hof, zo verklappen Van
Baalen en Johan Remkes (lid en voorzitter van de commissie). “De
Staatscommissie zal ongetwijfeld ook opnieuw kijken naar het kiezen van de
Eerste Kamer in slechts één ronde”, belooft Remkes.
Van Baalen en Koole halen beiden de voorbeelden in
Scandinavië aan, waar vergelijkbare organen recentelijk afgeschaft zijn. Van
Baalen is open over haar overtuiging dat we ook zonder de Eerste Kamer toe
kunnen: “Kunnen we met één Kamer toe? Ja, reken maar”. Hetgeen overigens niet
wil zeggen dat ze voor afschaffing van de Eerste Kamer pleit.
…en moeten we dat willen?
De vraag blijft of de Eerste Kamer een probleem is dat
opgelost moet worden. Troelstra had wellicht een punt dat de Eerste Kamer
inherent antidemocratisch is, maar onze parlementaire democratie is niet
ingericht op onbegrensde volkssoevereiniteit. Niet alles wat het volk wil,
gebeurt. Het is goed om ons te realiseren dat dit expres is: zeker in het geval
van de Eerste Kamer was een begrenzing van de volkswil deel van de raison d’etre.
En in de tijd van mediahypes, populisme, van de Brexit en
Trump, moeten we de waarde hiervan niet onderschatten.
Auteur: Kors Visscher, gastonderzoeker bij het Huygens ING
Reacties
Een reactie posten